‘Dat vind ik nou echt niéts voor jou!’
Automatisch trek ik mijn rechterwenkbrauw op.
‘Jij bent echt zo’n hoteltype.’
Ik slik.
De kapster is al geruime tijd bezig haar klanten ongemerkt te beledigen. Allereerst kreeg de jongen naast me te horen dat hij totaal onverstaanbaar is met zijn accent uit Monnickendam (‘Je moet het niet lullig opvatten hoor, maar jij praat echt zoooo erg! Onverstaanbaar.’). Op zich had ze daar een punt. Ware het niet dat ze zelf geen haar beter is met haar platte Amsterdamse tongval. Blijkbaar is het nu mijn beurt.
Als de knippende praatpaal hoort dat ik deze zomer als vogelvrije backpacker Vietnam en Cambodja onveilig maak, knipt ze bijna mijn oor eraf. ‘Jij moet toch gewoon naar een luxeresort als hoteltype?’
Is dat hoe mensen mij zien? Als een hoteltype? Mijn reizigershart breekt terplekke doormidden. Terwijl de kapster doorpraat, denk ik aan de reizen die ik maakte met mijn geliefde rugzak (die ik overigens geregeld vervloek, omdat er te weinig in past). De kapster vindt mijn verhalen niet geheel geloofwaardig.
In de spiegel bekijk ik mijn outfit: een net jurkje met high heels. Niet dat dit nou mijn dagelijkse look is, maar het verklaart wel waarom zij misschien denkt dat ik een luxepopje ben. Het idee alleen al. Eerlijk is eerlijk. Ik zou er ook niet geheel gerust op zijn als ze me een typische backpacker vond. Dan denk ik aan harembroeken, ongewassen haren en een vlekkerige shirt.
Ik moet het misschien maar zien als compliment, al zit het me niet lekker. Volgende keer doe ik een baggy spijkerbroek met sneakers aan.
Ach Li, wij maken ons nog op in de woestijn. Dus opzich heeft jouw kapster wel een punt…
Een klein beetje mascara wil ik geen opmaken noemen 😉
Dat was geen klein beetje mascara. Dat weet jij ook… 😉
Je begrijpt dat ik het niet over jouw make-up heb? Barbiepop!
En je kittige kleppertjes niet te vergeten…je bent toch echt een luxe-reis-popje maar wel met een goede reissmaak!